Kiosque
Le Parc Royal de Bruxelles et son Kiosque à Musiques
La création du parc de Bruxelles coïncide avec celle de la place Royale, édifiée à partir de 1775 sur les ruines du château des ducs de Brabant, situé au sommet du Coudenberg et appelé communément depuis l'incendie qui la ravagé en 1731, « l'Ancienne Cour » ou « la Cour brûlée».
Remanié et agrandi sous Jean III de Brabant et ensuite sous Philippe le Bon, le château était entouré de la place des Bailles, clôturée, et, à l’arrière, d’un parc divisé en deux parties : le grand parc ou warande, réserve à gibier qui s’étendait, à la fin du règne de Charles Quint, jusqu’à la rue de Louvain et aux remparts situés porte de Namur ; le petit parc, situé dans le vallon du Koperbeek, entre l’arrière du palais et le bois. Celui-ci comprenait un jardin d’agrément privé, dénommé au fil de ses réaménagements successifs, tantôt « Feuillée », tantôt « Labyrinthe » par évocation des berceaux de verdures, portiques et bassins du labyrinthe de Corinthe. Sur le versant opposé, un vignoble, une orangerie et des volières d’oiseaux exotiques et, dans le reste du vallon, un jardin de fleurs et un étang agrémentaient l’ensemble.
Le château est la proie des flammes dans la nuit du 3 au 4 février 1731. L’incendie a pris dans les cuisines où l’on préparait des confiseries pour le prochain bal. Il laisse derrière lui un champ de ruines et un parc délaissé. D’aucuns proposent une reconstruction partielle du site, mais l’argent manque.
Pour le vingt-cinquième anniversaire de son installation comme gouverneur des Pays-Bas autrichiens, les États de Brabant souhaitaient ériger une statue à Charles de Lorraine. Le prince de Starhemberg, ministre plénipotentiaire de l’impératrice Marie-Thérèse d'Autriche, proposa de l’installer sur la place, devant les ruines arasées pour l’occasion. Dans la foulée, il suggéra d’étendre la place, de la border d’édifices réguliers et de remanier le parc. L’impératrice donnait son accord le 1er juillet 1775, à condition que la Ville de Bruxelles en assume le financement. Ardues, les négociations aboutiront à la signature de deux conventions, l’une pour la place, l’autre pour le parc. La Ville assurait le financement des voiries limitrophes tandis que le gouvernement prenait l’aménagement du parc à sa charge.
La volonté du concepteur du plan du quartier, Barnabé Guimard assisté, pour l’aménagement du parc, de Joachim Zinner, était de faire, du quadrilatère formé par le parc, un point central de réorganisation du quartier environnant en le dotant de bonnes communications avec la ville en expansion. Les travaux s’étaleront de 1776 à 1783. Tout est aplani et refait : 1 218 arbres sont abattus pour tracer les nouvelles allées en patte-d’oie qui relient le Palais de justice de Bruxelles, le Palais royal de Bruxelles, le palais de la Nation et la place du Trône.
Mais en 1793, les occupants révolutionnaires français le ravagent et abattent sauvagement les statues et les bustes des empereurs romains dont on l’avait orné.
La Ville de Bruxelles, qui gère le parc dès 1797 avant d’en devenir propriétaire par arrêté royal du 23 avril 1817, s’attache à réparer les dégâts et repeuple bientôt le parc de statues et de bustes actuels. À court d’argent, elle organise aussitôt une souscription publique au terme de laquelle la direction de l’entretien du parc est confiée aux trente plus généreux donateurs. Les résultats dépassent largement les attentes et les mécènes victorieux délèguent sept représentants qui constituent la commission du parc.
Lors de la révolution d’indépendance de la Belgique, le parc sert de refuge à l’armée hollandaise assiégée par les insurgés du 23 au 27 septembre 1830, date de sa retraite vers Anvers.
Victime des outrages du temps, le parc a fait l’objet d’une campagne de restauration en profondeur qui s’est achevée en 2001. Des arbres ont été abattus et replantés, les taillis revivifiés, les chemins et les pelouses recoupés et refaits, le mobilier rajeuni et le kiosque du côté du Palais royal reconstruit.
Pour abriter les célébrations des fêtes nationales, l’architecte de renom Jean-Pierre Cluysenaar - auteur notamment des galeries royales Saint-Hubert, du Conservatoire royal de musique et de l’aménagement de la place des Panoramas et des bas-fonds de la rue Royale - construit en 1841 un kiosque en fonte ornée à douze côtés, au milieu du rond-point qui fait face au Parlement. Rapidement déplacé dans un massif, il sera pendant plus d’un siècle un haut lieu de la musique d’harmonie.
Photo : Charlotte Sampermans – csphotographie.be
http://fr.wikipedia.org/wiki/Parc_de_Bruxelles
Het Warandepark van Brussel & Muziekkiosk
De heraanleg van het Warandepark viel samen met de aanleg van het Koningsplein dat vanaf 1775 werd opgebouwd bovenop de ruïnes van het oude hertogelijke Paleis op de Koudenberg dat, na de vernietigende brand van 1731 die het tot puin had herleid, bekendstond als het Oude Hof, of het verbrande hof. De gebouwen aan de rand van het park werden in dezelfde Lodewijk XVI-stijl ontworpen en gebouwd als die op het Koningsplein.
Het symmetrische ontwerp van de van oorsprong Franse architect Barnabé Guimard, bijgestaan voor wat de aanleg van het park betreft door de Oostenrijkse landschapsarchitect en inspecteur van het Zoniënwoud Joachim Zinner, en in Parijs ter goedkeuring de daar residerende architect Nicolas Barré voorgelegd, bestond erin van de rechthoek die door het park werd gevormd, de uitvalsbasis te maken voor de reorganisatie van de omliggende wijken door ze te voorzien van goede verbindingswegen met de uitdeinende stad. De werken zouden duren van 1776 tot 1783. Ter hoogte van de balustrade van het Hotel Errera was er de Clutincvijver, genoemd naar de eigenaar in de 13e eeuw, en voor het huidige Koninklijk Paleis lag een diep dal dat ooit een strijdperk was voor toernooien en steekspelen. Ter hoogte van waar nu het standbeeld van Frankrijks gevolmachtigd minister Belliard staat, was er een aanzienlijk hoogteverschil. Ook het deel van het park naar de Hertogstraat toe was zeer heuvelachtig. De grond diende dus eerst te worden gelijkgemaakt: 1 218 bomen werden geveld om nieuwe dreven te creëren die in de vorm van een ganzenpoot het Koningsplein, het Paleizenplein, het Paleis der Natie en het Troonplein met elkaar zouden verbinden. In 1777 was al een weg aangelegd tot aan het Leuvenseplein en in 1780 werd een bekken aangelegd vóór het Paleis der Natie.
In 1789 was het park een ontmoetingsplaats voor edellieden die aan de Franse Revolutie waren ontkomen.
In 1793 vernielden de sansculotten, de Franse revolutionaire imperialisten, de beelden en wierpen ze de bustes van de Romeinse keizers omver. De stad Brussel, die het park vanaf 1797 weer in beheer had tot ze er bij Koninklijk Besluit van 23 april 1817 de eigenaar van werd, nam de taak op zich het park zo goed en zo kwaad als het kon te herstellen en er opnieuw beelden te plaatsen. Geldgebrek bracht de stad ertoe een openbare intekening te organiseren waarna het park zou worden toevertrouwd aan de goede zorgen van de dertig meest gulle schenkers. Het resultaat overtrof ruimschoots de verwachting en de tevreden schenkers kozen zeven vertegenwoordigers die de beheerscommissie van het park zouden vormen.
Tijdens de staatsgreep van 1830 die zou leiden tot de afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden in 1839, zou het reguliere leger van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van 23 tot 27 september, de dag waarop ook de citadelstad Antwerpen werd verlaten, in het park bivakkeren.
Het park werd in 2001 opnieuw grondig opgeknapt. Bomen werden geveld of opnieuw aangeplant, de hagen werden hersteld, de paden en grasperken werden opnieuw aangelegd en het parkmeubilair en de kiosk kregen een herstelbeurt. Er werden nieuwe openbare toiletten geplaatst en een paviljoen voor drankjes en kleine hapjes.
Architect Jean-Pierre Cluysenaar is de ontwerper van de in 1841 met het oog op feestelijkheden naar aanleiding van de nationale feestdag geplaatste muziekkiosk. De kiosk is geheel gedecoreerd aan twaalf zijden. Ze was aanvankelijk bestemd voor het ronde plein in het park tegenover het Paleis der Natie, maar werd al na korte tijd verplaatst naar een hoger gelegen plek binnen het park. Meer dan een eeuw lang werd het op gezette tijden benut door harmonie- en fanfareorkesten.
Photo : Charlotte Sampermans – csphotographie.be
Meer op http://nl.wikipedia.org/wiki/Warandepark
Previous page: Contact
Next page: 2019 Program - Archives
